Impregneren

Bouwmaterialen zoals metselsteen, natuursteen, e.d. hebben het vermogen om snel en gemakkelijk vocht te absorberen, vanwege hun poreus karakter.

Het “vasthouden” van het vocht kan resulteren tot:

        • sterke vervuiling van het oppervlak,
        • aangroei van algen en mossen,
        • schimmelvorming (oude panden met volmetselwerk zonder spouw),
        • vorstschade aan metselstenen en voegwerk.
  •  
  • Om dit alles te vermijden kan de gevel geïmpregneerd worden. Het impregneren van de gevel zorgt ervoor dat er een barrière ontstaat tussen het vocht en de gevel zelf. Hierdoor worden bovenstaande zaken teniet gedaan.

    Vooraleer geïmpregneerd kan worden, moet nagegaan worden of de gevel nog in goede staat is. Een optimale impregnatie gebeurt op een gevel in goede staat. Indien de gevel niet in goede staat is, moet die eerst grondig gereinigd en eventueel gerenoveerd, alvorens tot impregneren kan worden overgegaan.

    Onder impregneren met een hydrofobeermiddel wordt een behandeling verstaan waarbij metselwerk tot een zekere diepte wordt geïmpregneerd met een hydrofoberend middel. Hydrofobeermiddelen hebben waterafstotende eigenschappen en kunnen daarmee de waterwerende eigenschappen van behandeld metselwerk verbeteren.

Het kleurloos product wordt verneveld tot verzadiging op het te behandelen oppervlak. Na uitdroging zal een volledige werking (waterafstoting) verkregen worden.

Het uitzicht van het oppervlak en de dampdoorlaatbaarheid blijft ongewijzigd zodat het gebouw blijft ‘ademen’ als voorheen.